Op de afgelopen gespreksavonden richtte de De Idealenfabriek zich samen met alle aanwezigen op de stelling dat er een grens moeten zitten aan de rijkdom die een individu kan hebben. Argumenten circuleerden rondom de overtuiging dat dat beter zou zijn voor het individu, het milieu, de maatschappij als geheel, maar soms werd ook precies het tegenovergestelde beweerd en onderbouwd. Wat de inbreng ook is, het wordt altijd gewaardeerd dat deze wordt gedeeld. De Idealenfabriek vroeg ook spoken-word artiest Adriana Ivanova over de stelling na te denken en zij maakte inzichtelijk hoe ze over de stelling denkt middels een artistieke vertoling. Betiteld als Zilveren Lepel wist zij al rijmend in verschillende paragrafen belangrijke punten te benadrukken en eindigde ze haar voordracht met een optimische boodschap voor ieder in het publiek. Zie hieronder de complete tekst van Zilveren Lepel, geschreven en voorgedragen door Adriana Ivanova.
Zilveren Lepel
natuurlijk kunnen we ‘rijkdom’ en ‘armoe’
volgens het boekje definiëren
maar of de twee zich daarmee laten vangen?
dáár valt over te discussiëren
er is ook nog zoveel wat we kunnen onderzoeken, kunnen leren
over de stiekeme systemen die ongelijkheid in stand houden
en hoe wij daartegen kunnen rebelleren
want sinds de introductie van het kapitalisme
zijn dingen ineens hartstikke simpel en hartstikke scheef: de munt staat voor macht
want ze geeft je koopkracht
en op die manier blijft arm arm
en wordt rijk rijker
en zo kabbelt dat maar voort
terwijl de zeespiegel steeds sneller begint te stijgen
de strijd tegen klimaatverandering
– en nu klinkt het misschien alsof ik van de hak op de tak spring –
maar wanneer de wereld werkelijk vlam vat
zal ook in onze randstad
de ongelijkheid naar ongekende hoogte groeien
wanneer de temperaturen omhoog schieten
kunnen de rijken makkelijk in klimaatbestendige kastelen gaan leven
maar de minder fortuinlijke mens, die zal – in het heetst van de strijd –
apocalyptische taferelen moeten overleven
ik heb een vraag:
waarom is het inkomensverschil zo groot
tussen de lieve vrouw die voor onze zieken, onze dierbaren zorgt
en de topman van de bank die ons spaargeld waarborgt?
waarom is het teken van dankbaarheid voor haar zo klein?
iedereen weet toch:
met een krap inkomen is het bestaan
een stuk minder aangenaam, daar is niets nieuws aan
sommigen van ons hebben nou eenmaal niet veel kansen gekregen
hebben geen universitaire opleiding afgerond met een negen
zijn zonder een gezond lichaam of zilveren lepel in de mond geboren
hebben zonder privileges, netwerk of diploma knaken moeten scoren
dus ja, voor de medemens én de planeet zou het heel wat schelen
als de bevoorrechte mens iets meer van zijn privileges zou delen
iets meer zou geven, iets soberder zou leven
want god, wat zou het toch tragisch zijn om massaal kopje onder te gaan
enkel en alleen omdat de mensheid zijn eigen hebzucht niet kon weerstaan
ik heb een vraag:
als ik zeg dat ik denk dat we de ongelijkheid kunnen verkleinen
door een eerlijke verdeling van de geldfonteinen
spreek ik dan als een optimist over een utopie?
ratel ik dan als een idealist zonder kop over een onwaarschijnlijke theorie?
kunnen we de rijken echt doen beseffen
dat ze door hun financieel vermogen te splitten
alleen maar meer geestelijke weelde zullen bezitten?
mijn wens voor de toekomst is dat we rijk zijn aan ideeën
liever een overdaad aan daadkracht dan nóg meer koopmacht
liever meer bezinnen, liever minder hebbedingen
want uiteindelijk is tijd ons kostbaarste bezit
dus ik zal hier ook niet ellenlang over vraagstukken staan speculeren
nee, we zijn hier om samen te filosoferen
om te luisteren
om de handvatten te gebruiken die we vanavond aangereikt krijgen
en om daarmee, in volle glorie, ons eigenbelang te overstijgen