Tot en met de zomer brengen we in kaart hoe groot de invloed van het coronavirus is op de groeiende ongelijkheid tussen mensen. Zowel op basis van welvaart als in welzijn. We leggen de vinger op de zere plek, bieden verdieping en perspectief op de actualiteit en hopen daarmee een bron van inspiratie te zijn voor het inslaan van een betere weg in de toekomst. Met en voor elkaar.
Wanneer het allemaal anders loopt dan gepland en de toekomst een lege huls dreigt te worden, is het soms lastig, al dan niet ongepast, om woorden van betekenis te vinden en te uiten. Opbeurende woorden gevormd tot volzinnen die hoop, troost en perspectief bieden op momenten dat de realiteit oncontroleerbaar en onzeker lijkt te zijn; toch zijn ze er in overvloed en ze vinden is vaak niet het grootste obstakel. Maar wanneer coronacrisis nu al het meest gebruikte woord is van 2020 in een internationale discussie, zo een waarin landen langs elkaar heen praten en ze er allemaal een andere definitie van het begrip ‘crisis’ op na houden, voelt het uiten soms nog als een brug te ver. Want al snel kan optimisme (wat zich bij sommigen manifesteert in dankbaarheid voor het virus) aanschouwt worden als teken van naïviteit, als het bewust bagatelliseren van een ernstige situatie waarvan de omvang nog lang niet duidelijk is, kortom: als een luxeprobleem.
Wellicht is er sprake van een moeheid in optimisme dat wordt geuit door het gebruik van woorden. Want in daden komt het des te meer en des te sterker naar voren. Waar er voorheen – een voorheen van enkele weken geleden – nog wekelijks honderden boeken werden verkocht over het leiden van een meer betekenisvol leven, over de kracht van het lokale en het minimale, of over het heft weer terug in eigen handen nemen, lijkt al deze theorie nu in een mum van tijd in actie te zijn omgezet. Enige tijd geleden noemden we al als voorbeeld de balkonconcerten in Siena (IT), waardoor de verbindende kracht van muziek en zang op de voorgrond kwam te liggen. De kunst- en cultuursector is de afgelopen jaren een beetje het ondergeschoven kindje geworden, maar zie nu: kunst geneest. Het kan vorm geven aan een vaag gevoel, het inspireert tot het stellen van nieuwe vragen en het vergroot het kader van mogelijke antwoorden. Waar voorheen – opnieuw, enkele weken geleden – kunst nog door velen als onpraktisch werd beschouwd vanwege het besloten en statische karakter dat het aanneemt zodra het wordt opgenomen in culturele instituties, ontpoppen zich nu initiatieven waardoor de sector haar veronderstelde minpunten (te elitair, rechtlijnig en rigide, om enkele voorbeelden te noemen) aan de kant schuift en zich des te meer bewijst voor dat waarvoor ze is bedoeld.
Wellicht komt dat voor de sector, of voor degenen die er onderdeel van uitmaken, ook als een verrassing. Crisis legt namelijk niet alleen het menselijk vermogen tot denken en doen plat, het zorgt ook voor creativiteit, verlichting en verbreding. Denk aan het initiatief Thuismuseum.nl van My Daily Shot of Culture dat thuisblijvers virtueel een rondleiding geeft door allerlei musea zoals Naturalis of Museum Arnhem. Waar de prijsdrempel voor velen soms nog te hoog is om een museum te bezoeken, werkt het principe van kijken, kijken, niet kopen nu juist democratisch. Introdans biedt virtuele dansoefeningen aan gebaseerd op het eigen repertoire en allerlei kunstenaars die normaal gesproken workshops geven in het eigen atelier, brengen nu de benodigdheden (voor bijvoorbeeld het maken van keramieken objecten) naar deelnemers toe, en maken de objecten waar nodig zelf af in het atelier als materiaal thuis niet aanwezig is. De beleveniseconomie leerde ons twee dingen: voor beleving moeten we het huis uit want buiten onze veilige en vertrouwde muren is alles groter, meer verrassend en vernieuwend. Geld moet blijven rollen en dat kan niet met enkele keuzemogelijkheden. Nee, het moet vaker, sneller en massaler. Hoewel eenieder van ons er vast naar uit kijkt om weer spontaan een dagje uit te kunnen plannen, zullen we de lessen die we nu leren zoals ergens echt de tijd voor nemen, bewuste(re) keuzes maken en de luxe van de eenvoud zeker in ons achterhoofd houden.
Dus die dag van morgen, ja, die moet en zal anders worden dan we zijn gewend. Eerder in dit artikel werd al genoemd dat kunst ons geneest; het geneest ons van onze materiële waarde waardoor we meer stil staan bij het immateriële vermogen dat het altijd in zich heeft gehad. Er kunnen nu alinea’s volgen met mogelijke scenario’s voor de toekomst, de een nog meer hoopgevend dan de ander. Maar in deze periode ligt de hoop, het perspectief, de weg naar een betere toekomst, open en bloot in al onze daden. Het geschrift heeft daarmee niet aan betekenis verloren – integendeel, lees vooral onderstaand gedicht – maar de tijd lijkt rijp om alles wat we hebben gelezen, om alles waar we over hebben nagedacht, gediscussieerd en gedroomd, om alles wat we niet voor mogelijk hielden, zonder twijfel in praktijk te brengen.
Armoede en rijkdom, Adriënne Garber
Armoede is een vorm van rijkdom, zonder de bepalende financiële status.
Rijkdom is de auto nemen in plaats van de bus.
Armoede is niet wat het woord doet vermoeden.
Armoede is veel kunnen, durven, leren en van daaruit combineren met het goede.
Armoede maakt creatief in alle opzichten.
Rijkdom is kant en klaar zonder er over na te hoeven denken.
Rijkdom is een status quo en zal niet wezenlijk de geest verlichten.
Armoede is kunnen rondkomen, hergebruiken, repareren, ontdekken
en om zelf te doen en te maken.
Armoede is aanbiedingen en koopjes nakijken en uitzoeken.
Rijkdom is gemak en instant.
Rijkdom is niet speciaal een teken van verstand.
Armoede is ook durven zijn wie en wat je bent.
Armoede bevordert veel dingen in het leven.
Rijkdom is een welvaart en in overdaad leven.
Rijkdom is baden in luxe zonder zorgen.
Armoede is leven bij de dag en de dag van morgen.
Armoede is genieten met volle teugen van allerlei zaken
die niets met geld en goed of bezit hebben te maken.
In Andersland 02 zijn stukken opgenomen van Schrijverscollectief Kantlijn dat wordt gevormd door mensen die de wind niet altijd mee hebben en hun talent in het schrijven van (korte) verhalen en gedichten willen ontwikkelen.