Terwijl ik thuis achter mijn bureau hard zit te werken aan dit artikel, gaat de bel. Ik doe open voor een man die wijst naar een grote vrachtwagen even verderop in de straat: ‘Ik kom uw parket afleveren’. ‘U zou toch morgen de vloer komen leggen?’ reageer ik verbaasd. ‘Nee, dat doet een ander bedrijf. Ik kom het parket alleen maar brengen. Ik leg het zo dadelijk op straat neer.’ ‘Brengt u het niet mijn huis in dan? Het kan toch niet de hele nacht buiten liggen?’ ‘Nee mevrouw, beter om het in huis te zetten.’ ‘Doet u dat dan niet voor me?’ ‘Zo staat het niet in de opdracht.’ ‘Wat vreemd. Niemand heeft me gezegd dat ik het zelf naar binnen moet sjouwen.’ ‘Tja. Ik moet zo weer verder, de volgende klant wacht.’ ‘Maar ik heb zelf ook geen tijd. En hoe doe ik dat? Het lijkt me best zwaar. Ik wist niet eens dat jullie vandaag zouden komen’, jammer ik. ‘Ik snap dat het vervelend is. Het spijt me echt. Maar ik kan u helaas niet helpen. Van de cao mag ik niet meer dan 20 kilo tillen.’
De chauffeur loopt naar zijn vrachtwagen. Met een steekwagen laadt hij een pallet met stapels hout uit en bouwt er twee parkeerplekken mee vol. Verbouwereerd maak ik er een foto van, die ik naar m’n vriend app. ‘Daar ligt m’n parket’, app ik, ‘moet ik zelf naar binnen sjouwen. Is me echt niet verteld toen ik m’n nieuwe vloer kocht. Raar toch? Of ben ik nou gek?’
Er zit niets anders op. Ik haal een mes en snijd de touwen die het hout bij elkaar houden los. Terwijl ik de eerste stapel planken naar binnen sjouw, rinkelt een fietsbel. Ik kijk op. M’n vriend! Die speciaal van z’n werk komt fietsen om mij te helpen sjouwen. Even later loopt de buurman met z’n hond langs. Ik vertel hem het relaas. Meteen bindt hij z’n hond aan een lantaarnpaal en begint te helpen met sjouwen. Twintig minuten later ligt al het parket binnen.
Tussen partners, vrienden en buren vinden we het normaal om elkaar te helpen. Hoe kan het dat de wereld van werkrelaties er zo anders uitziet dan die van privérelaties? Waarom is werk toch zo zakelijk ingericht, met de nadruk op snelheid, efficiency en economische transactie? Vrolijk wordt niemand ervan. Het kost me moeite niet boos te worden op de chauffeur, terwijl ik weet dat hij weinig anders kan. Zelf kijkt hij ook allesbehalve blij. Ik meen zelfs te zien dat hij schuldig kijkt. Dat hij misschien wel last heeft van schaamte.
Pleidooi voor schaamte
Dit artikel kun je lezen als een pleidooi voor schaamte. Schaamte is een sociale, morele, pijnlijke emotie die je ervaart als je vindt dat wie jij bent niet voldoet aan bepaalde normen. Als mensen zich schamen, zijn ze geneigd die emotie weg te drukken. Maar wat als we schaamte zouden omarmen? Het feit dat we ons schamen bewijst immers dat we beter willen zijn (Nauta, 2021). Dat geldt ook voor de wereld van werk. Hoe kunnen we schaamte als krachtbron benutten om ons werk beter in te richten? Zodat de omstandigheden waaronder we werken niet langer onpersoonlijk, strikt zakelijk en stressvol meer zijn, maar in plaats daarvan duurzaam en menswaardig?
Werk onder druk
De vrachtwagenchauffeur van hierboven kan niet zelf beslissen hoe hij zijn klant het beste kan helpen, gebonden als hij is aan een strak tijdschema en de regels van de cao. Dat geldt voor veel uitvoerende beroepen. Schoonmakers werken veelal aan de randen van de dag om de lege kantoren en stille klaslokalen schoon te krijgen. Met de stopwatch, want per wc hebben ze negentig seconden. Of neem buschauffeurs. Zij moesten staken om
in de cao vastgelegd te krijgen dat ze elke 2,5 uur kunnen plassen. Althans, in minimaal 82,5 procent van alle diensten kunnen ze om de 2,5 uur naar de wc, zo staat in de CAO Streekvervoer. In maximaal 17,5 procent van alle diensten moeten de buschauffeurs een half uur langer hun plas ophouden. En dan dat ene callcenter, waar ze de bezetting zo precies berekenen, dat maar één werknemer tegelijk naar de wc mag. Hoe ze dat regelen? Net als op de kleuterschool. Met een plasketting (Nauta, 2018).
In de nieuwste uitvoerende beroepen staat werk al net zo onder druk, zoals bij de huidige flitsbezorgdiensten Gorillas, Getir, Zapp en Flink. Klanten kunnen er die ene vergeten boodschap bestellen, zoals wc-papier dat op blijkt, of een krat bier voor een spontaan huisfeest. Binnen tien minuten moeten de flitsbezorgers in zogeheten dark stores - minidis- tributiecentra met afgeplakte ramen - boodschappen bijeen rapen en afleveren. Lukt dat niet, dan lopen ze het risico om uitgescholden te worden; de CEO van Gorillas stuurt regelmatig video’s rond waarin hij vloekt en tiert (Business Insider, 2021) .
De flitsbezorgers groeien bij de gratie van het geloof van durf- investeerders, die er honderden miljoenen euro’s in steken. De concurrentie is moordend, alles draait om marktaandeel. Nu nog lokt men werknemers met vaste contracten. Maar zodra het marktaandeel groot en zeker is, valt met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te voorspellen dat het werk van de flitsbezorger wordt uitgekleed tot een slechtbetalend flexbaantje zonder enige autonomie (Bergeijk, 2021).
Werkschaamte
In de herfst van 2021 deed ik in samenwerking met Psychologie Magazine een enquête, met daarin een gedachte-experiment: ‘Stel, het is het jaar 2121. Wat hebben we dan uit schaamte afgeschaft, terwijl we ons er nu nog niet eens of amper voor schamen? Zoals we ons anno 2021 schamen voor ons slavernijverleden?’ Ruim vijfhonderd van de bijna 900 mensen namen de moeite om deze open vraag te beantwoorden. Velen beschreven zaken die met werk te maken hebben.
‘We schamen ons voor fulltime werken’, schreef iemand.
‘We schamen ons dat alles heel zakelijk gericht is; dat technologie de overhand neemt. En de mens zelf eronder doorgegaan is’, schreef een ander.
‘Wat een druk wij onszelf en anderen opleggen over hoe je het moet maken in dit leven. Een hbo-opleiding, een topcarrière, Tesla, groot nieuw huis met perfect aangelegde tuin. Op deze manier maken we elkaar psychisch kapot terwijl de saamhorigheid, innerlijke rust en de verbondenheid
met de aarde verloren gaan,’ schreef een derde.
In diezelfde enquête gaf 43 procent aan zich weleens te schamen voor een gebrek aan competentie op het werk. Ruim een derde (37%) schaamt zich voor psychische problemen als burn-out. Eén op de vijf zegt zich op het werk ‘vaak tot altijd’ te schamen.
Nu zijn deze respondenten overwegend lezers van Psychologie Magazine en in meerderheid vrouw (88%). Deze resultaten zijn dus niet representatief voor de Nederlandse beroepsbevolking. Maar indicatief zijn ze wel voor wat er aan de hand lijkt in arbeidsorganisaties. We hebben een wereld van werk ingericht waar mensen hun basale behoeften met moeite kunnen vervullen. Mensen hebben in de kern behoefte aan autonomie, competentie en verbinding met andere mensen (Deci & Ryan, 2012). Maar in veel werksituaties ontbreekt het aan autonomie, voelen mensen zich niet competent en zijn de relaties die ze onderling en met klanten onderhouden strikt zakelijk en onpersoonlijk. Daardoor is voor veel mensen werk niet langer een bron van trots, maar van schaamte.
Prestatiemaatschappij als recept voor burn-out
We hebben met z’n allen een economie en bedrijfsleven ingericht die steunen op neoliberale principes. Waar het om draait is winst, succes, snelheid, efficiency en de economische transactie. Die principes werken door in hoe werk is ingericht. Aan de ‘onderkant’ van de arbeidsmarkt viert efficiency hoogtij. Werk is routinematig zonder veel autonomie. Als mensen dan ook nog opgejaagd worden, dan ervaren ze al snel werkstress - een combinatie van hoge werklast en lage autonomie. Aan de ‘bovenkant’ van de arbeidsmarkt is de werkstress niet veel minder, zij het om andere redenen. Of het nu gaat om architecten, artsen, marketeers, consultants of wetenschappers, vrijwel overal is een rat race gaande om de beste, hoogste, succesvolste te zijn. Ben je dat niet, dan ligt schaamte op de loer. Zoals een respondent in de eerdergenoemde enquête het verwoordt:
‘Steeds weer neem ik te veel hooi op m’n vork, steeds weer ga ik bijna aan m’n eigen succes in het werk ten onder. Ik zeg geen ‘nee’ en put mezelf steeds uit. Maar dat laat ik niet merken tot ik over m’n grenzen ben gegaan. Negeren van de eerste schaamte over gevoeligheid leidt tot schaamte over overbelasting en dat leidt weer tot schaamte over ziekte en burn-out’.
Waarom putten we onszelf en elkaar zo uit? Om te groeien, is dan het vanzelfsprekende antwoord. Maar waarom zou alles en iedereen altijd maar moeten groeien? Dat we in een prestatiemaatschappij leven die iedereen van hoog tot laag stress aanjaagt, blijft niet zonder gevolgen. Vanaf 2013 tot 2019 is het aantal Nederlanders met burn-out-klachten gestaag toegenomen, tot een relatief stabiel hoog niveau van 17 procent (Houtman et al, 2021). Er is een sterke overlap tussen burn-out en depressie (Bianchi et al., 2015) en depressie hangt sterk samen met schaamte; een correlatie van .43 aldus een meta-analyse (Kim et al., 2011). De wereld van werk lijkt behept met een schaamtesyndroom: de schaamte dat werk zo is ingericht, dat maar weinigen aan de werkeisen kunnen vol- doen. Er is een grote mismatch ontstaan tussen wat werk is en wat het, gezien onze basale behoeften, zou moeten zijn. Werk verkeert in een crisis. En toch is dat goed nieuws. Immers, crisis is een kans, waarbij juist schaamte een krachtbron kan zijn.
Schaamte als krachtbron
Het mooie van schaamte is dat deze emotie twee kanten heeft. Aan de ene kant is schaamte een nare emotie. Het is een pijnlijk gevoel dat we ervaren zodra we afwijken van bepaalde normen. Schaamte wijst ons erop dat we niet zijn wie we graag willen zijn. Aan de andere kant wijst die kloof ons erop dat we kennelijk een verlangen hebben - een verlangen een beter mens te zijn. Schaamte vervult een gewetensfunctie. Als we die functie tot ons door laten dringen, dan kan schaamte een heuse krachtbron zijn. Het spanningsveld tussen wie we zijn en graag willen zijn, is ruwe energie die ons, als we
er werk van maken, precies kan brengen waar we graag willen zijn. De kunst is dus om niet weg te vluchten, noch om schaamte te overschreeuwen, maar om de schaamte volop in te duiken. Zoals een directeur van een adviesbureau deed, die mij om hulp mailde:
‘De afgelopen weken zijn enkele collega’s vanwege overbelasting uitgevallen. Jonge, ambitieuze mensen die graag willen laten zien wat ze kunnen en daarbij over hun grenzen gaan. Onze organisatie en klanten maken gebruik van hun ambitie. In mijn rol als directeur vind ik het confronterend om te erkennen dat ik amateur ben op het gebied van duurzame inzetbaarheid en belast- baarheid. Dit gevoel wordt door het hele managementteam gedeeld. En dat terwijl het onze taak is om onze medewerkers goed te begeleiden.’
Het mooie aan de manier waarop ze mij te hulp vroeg was dat ze haar eigen verantwoordelijkheid niet uit de weg ging. Er klinkt schuld- en schaamtebewustzijn in door. Ze erkent dat ze met de mond vol tanden staat als het gaat om werk zodanig inrichten dat het mensen niet uitput. En zo wijst schaamte haar de weg om het werk van haar mede- werkers beter in te richten.
VNO-NCW duikt de schaamte in
De schaamte induiken kan op het niveau van organisaties, maar nog beter is het om er collectief werk van te maken. Zo langzamerhand ontstaat een collectieve schaamte voor hoe we werk, organisaties en de hele samenleving hebben ingericht. Die collectieve schaamte meen ik te zien bij een instituut waarvan het niet meteen voor de hand ligt: de ondernemersvereniging VNO-NCW. In het voorwoord van ‘Ondernemen voor Brede Welvaart’ van februari 2021 schrijven de ondernemersvoorzitters Ingrid Thijssen (VNO-NCW) en Jacco Vonhof (MKB-Nederland) dat ‘groei en voorspoed niet automatisch iedereen bereikt en dat zowel de staat als (grotere) bedrijven verwijderd lijken te zijn geraakt van de samenleving.’ Zij steken de hand in eigen boezem en schrijven ‘dat ondernemers een verantwoordelijkheid hebben om het voortouw te nemen om de opwarming en uitputting van onze aarde tot staan te brengen én om de boel bij elkaar te houden’ (VNO-NCW, 2021).
Door de oogharen van schaamte heen zie ik dat VNO-NCW de kloof erkent tussen hoe ondernemers momenteel handelen, en wat nodig is voor een duurzame en inclusieve samenleving. Dankzij reflectie op die kloof gooit VNO nu het roer om. In de visie van VNO-NCW gaan we in Nederland ons best doen om de mammoettanker van ondernemend Nederland bij te sturen in de richting van ‘Rijnlands ondernemen’; een manier van ondernemen die niet louter winstgedreven is, maar bovenal waardegedreven. Rijnlandse ondernemers helpen actief met het oplossen van maatschappelijke vraagstukken zoals sociale ongelijkheid en klimaatproblematiek. Zij hebben niet eenzijdig oog voor eigen gewin, maar ondernemen voor brede welvaart. Niet alleen profit, maar ook people en planet.
Ik mag hopen dat het niet bij woorden en papier blijft; dat vele ondernemers zichzelf net zo open in de ogen kijken als VNO-NCW heeft voorgedaan. Idealiter leidt de nieuwe koers van VNO-NCW bij vele ondernemingen tot koerswijzigingen. Zoals Lidl geen sigaretten meer verkoopt. Zoals Albert Heijn en Jumbo de plofkip uit de schappen weren. En Tata Steel de hand in eigen boezem steekt door 300 miljoen euro te investeren in verbetering van de luchtkwaliteit in en rondom IJmuiden.
Werk herinrichten
De koerswijziging van VNO- NCW heeft idealiter ook gevolgen voor de herinrichting van werk. Een goed voorbeeld daarvan is ING. Deze bank doet
momenteel onderzoek naar onbeperkt verlof. Een experimentele groep van zo’n 300 ING’ers die onbeperkt verlof kregen, werd vergeleken met een ongeveer even grote groep die dat niet kreeg. Wat bleek? Sommigen in de experimentele groep namen meer verlof op, anderen juist minder dan het wettelijk minimum. Overdreven veel verlof kwam nauwelijks voor. Vooral bleek dat mensen dankzij onbeperkt verlof meer autonomie, meer energie en verhoogde werkprestaties rapporteerden. Bijzonder was wat op uitvoerende afdelingen gebeurde, waar men behoorlijk afhankelijk van elkaar is - telefoonlijnen en balies moeten immers altijd bemenst zijn. Je zou verwachten dat onbeperkt verlof op deze afdelingen tot meer ruzie leidt. Niet dus. Ze ruzieden er juist minder over, waarschijnlijk omdat verlof nu geen recht meer was, maar iets wat je in goed onderling overleg regelt.
Benut schaamte
Ondernemers die de hand in eigen boezem steken, weten schaamte als krachtbron te benutten om waardegedreven te ondernemen en werk te geven. Zij steken hun nek uit omwille van een duurzaam werkklimaat. Daarbij geven ze liefst ook hun werknemers de kans om schaamte als krachtbron te benutten. Idealiter creëren ze een open en veilig werkklimaat, waarin mensen hun gevoelens van incompe- tentie niet verborgen houden, maar er openlijk over praten en er samen oplossingen voor vinden.
Als we schaamte als krachtbron benutten, wie weet krijgen we dan wel een wonderschone wereld van werk. Waarin bedrijven geen milieuvervuilende onzindiensten meer verkopen, maar diensten waar de wereld werkelijk beter van wordt. En waarin ze samen met hun werknemers bedenken hoe die hun talenten, wensen en behoeften het beste kunnen inzetten.
Tot slot. Over de vrachtwagenchauffeur die mijn parket op straat zette. Een paar uur later krijg ik van hem een sms-je.
‘Ik heb over het voorval geklaagd bij mijn werkgever. Groetjes, Bas, de chauffeur van vanochtend’ ‘Wat fijn, Bas! Ik hoop dat het helpt. Groetjes, Aukje’, sms ik terug.
Mijn verontwaardiging van die ochtend verdwijnt meteen. Bas heeft het incident niet onverschillig laten passeren. Feitelijk, zo vul ik voor hem in, benut hij zijn schaamte als krachtbron om zijn werkgever aan te spreken. Nu maar hopen dat zijn werkgever luistert. Dat hij inziet dat hij zijn mensen maar beter tijd en ruimte kan bieden om hun klanten goed te helpen. Zelfs als dat strikt genomen niet mag van de cao. Misschien kan die cao zelfs wel dunner, als we elkaar op het werk kunnen vertrouwen, dankzij werkrelaties die niet langer strikt zakelijk zijn, maar net zo relationeel en liefdevol als de wereld van goede vrienden en buren. Als we zo eens met elkaar konden werken en ondernemen, dan hoeven onze achterkleinkinderen zich later niet voor ons te schamen. Dan kunnen ze er trots op zijn dat hun voorouders de schaamte voor de prestatiemaatschappij als krachtbron hebben benut voor een transitie naar een duurzame, menswaardige samenleving.
Literatuur
Bergeijk, J. van. (2021, August 6). Drie weken undercover als flitsbezorger in Amsterdam. De Volkskrant. https://www. volkskrant.nl/gs-bb1e1315
Bianchi, R., Schonfeld, I. S., & Laurent, E. (2015). Is burnout separable from depression in cluster analysis? A longitudinal study. Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 50(6), 1005–1011. https://doi. org/10.1007/s00127-014-0996-8
Houtman, I., (2020). Burn-out: Oorzaken, gevolgen en risicogroepen. Retrieved October 25, 2021, from https://www.monitorarbeid.tno.nl/publicaties/ burn-out/
Business Insider (2021). De werkcultuur bij flitsbezorger Gorillas is giftig, zeggen (oud)-werknemers – de CEO zou zich gedragen als een bullebak. (2021, August 3). https://www. businessinsider.nl/flitsbezorger-gorillas-misstanden-werk- cultuur/
Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2012). Self-Determination Theory. In P. Van Lange, A. Kruglanski, & E. Higgins, Handbook of Theories of Social Psychology: Volume 1 (pp. 416–437). SAGE Publications Ltd. https://doi. org/10.4135/9781446249215.n21
Kim, S., Thibodeau, R., & Jorgensen, R. S. (2011). Shame, guilt, and depressive symptoms: A meta-analytic review. Psychological Bulletin, 137(1), 68–96. https://doi.org/10.1037/ a0021466
Nauta, A. (2018). Werk met Liefde. Universiteit Leiden.
Nauta, A. (2021). Nooit meer doen alsof. Denk je schaamte om en maak het je kracht. Maven Publishing.
VNO-NCW (2021). Nieuw Rijnlands model met brede welvaart als kompas. (2021, February 9). VNO-NCW. https://www. vno-ncw.nl/nieuws/ondernemersverenigingen-nieuw-rijn- lands-model-met-brede-wel- vaart-als-kompas